Kon ik maar af en toe in die koppies kijken. En er een aantal gedachtes weggummen. Eruit knippen en verscheuren. Of verbranden misschien wel. 

Het leed dat achter pesten schuilgaat is vaak hartverscheurend. Dat is ook precies de reden dat ik er mijn werk van heb gemaakt. Ook thuis, in mijn gezin, probeer ik soms het nodige bij te brengen. 

Pesten bij Spangas

We zitten op de bank en we kijken naar Spangas. We zien hoe een meisje een ander meisje zit te treiteren. Na wat stevige woorden en geduw en getrek valt de tas van het meisje dat duidelijk het onderspit delft op de grond. Uit de tas rolt een knuffel. Voer voor haar belager: wie neemt er nou nog een knuffel mee naar school?!

Ik vraag aan Wessel hoe hij zou reageren als hem zoiets zou overkomen. Hij haalt zijn schouders op. Ik denk dat jij zou zeggen: ‘Nouhouhouhouhou!!!!!!! Geeheeheeheeheeheeheeheeeeffff mijn knuffel teruhuhuhuhuuuuuuugh!’ doe ik heel theatraal. Wessel moet om me lachen: ‘Ja, ik denk dat ik zo zou reageren.’

‘En denk dat je dat zou helpen?’ vraag ik verder. Wessel schudt snel zijn hoofd en richt zijn ogen alweer op de televisie.

Het meisje van wie de knuffel is en haar pester staan tegenover elkaar. ‘Geef mijn knuffel terug,’ zegt ze sterk. Maar de pester voelt zich machtig en dreigt met een schaar de kop van het lijfje te knippen. Tegen zoveel geweld kan het meisje niet op en ze raakt in paniek. ‘Niet doen, niet doen, alsjeblieft, niet doen!’ piept ze. 

Op dat moment komt er een klasgenoot tussen beide en roept hard: ‘Zo is het genoeg!’ en hij geeft de knuffel terug aan het meisje. 

Verschil tussen pesten en plagen

Ik analyseer nog wat verder. ‘Zie je Wessel, hoe belangrijk het is dat je opkomt voor iemand die gepest wordt? Dat is voor de gepeste echt heel fijn en vaak is het pesten voor de pester daardoor ook een stuk minder leuk. Snap je dat?’

Wessel knikt braaf. ‘Maar dit is wel echt pesten, hè, mama? Dat is meer dan gewoon plagen.’ Het is duidelijk dat hij het er in de klas met de juf over heeft gehad. ‘Dat heb je goed gezien, schat.’ Dat is ook niet zo gek, want het is de Week tegen Pesten.

Er op los slaan... assertiviteit?

Manlief die ook mee zit te kijken, kijkt ons dwars aan en roept: ‘Als er na twee keer zeggen nog niet naar je geluisterd wordt, mag je er van mij betreft best op los slaan, hoor Wessel.’
Ik val nog net niet van de bank. ‘Niets mis met een beetje assertiviteit!’
Wessel lijkt die tactiek ook wel te bevallen. ‘Hoe dan, papa? Zóóóó?’ En Wessel haalt mijn rechtervuist uit en slaat iets onzichtbaars hard in zijn gezicht. 

‘Nou,’ probeer ik de boel weer míjn kant op te sturen. ‘Denk je echt dat dat een goede oplossing is, Wessel?’ zeg ik terwijl ik mijn man zacht doch dwingend tegen zijn voet schop om hem tot stoppen te manen. 

‘Nee, mama, ik denk het niet… Ik zou eerst “geef terug” zeggen en daarna om hulp vragen.’ Ik veer op. Heeft hij mijn boodschap dan toch begrepen? Gewiekst kijkt hij me aan. ‘Maar héél misschien als die ander echt héél vervelend blijft doen, krijgt-ie een klap op zijn kop. Ja toch, papa?’

Ik draai met mijn ogen. We hebben nog een lange weg te gaan. 

Over de auteur: Inge van der Schee

Inge van der Schee is weerbaarheidstrainer bij  De Dappere Draak. Door middel van praten, spel en boksen gaat ze aan de slag met zelfvertrouwen, weerbaarheid en onzekere gedachtes. Op 20 mei 2021 start er weer een groepstraining voor kids van 8 tot 10 jaar! Naast trainer is ze moeder van Wessel (11) en Sara (bijna 5). Meer info op www.dedapperedraak.nl