Victoria heeft haar zolderkamer omgebouwd tot een soort laboratorium. Ze doet spannende proefjes met rook en elektriciteit – net als haar vader, die onderzoeker was. Het geheimzinnige boek dat hij haar naliet gaat over een dokter – ene Victor Frankenstein - die een oplossing zocht tegen doodgaan. In het echt is dat nog nooit iemand gelukt.

De meeste kinderen vinden Victoria raar, maar Victoria hoeft geen vrienden, ze heeft Tosti al. Alleen Paco, haar Mexicaanse buurjongen, blijft volhouden dat hij haar enige vriend is. En dan is er nog tante Angina – maar die telt niet. Want tante is tegen alles, zelfs tegen honden die Tosti heten.

Op een dag krijgt Tosti een ongeluk. Victoria is zo ontroostbaar dat ze het verboden boek erbij pakt. Met behulp van de plaatjes en een nacht vol bliksem weet Victoria haar hond weer aan de praat te krijgen. Paco die altijd woorden te veel heeft, is nu met stomheid geslagen. Tosti leeft weer en hoe! De hond wordt steeds groter en gekker en wilder en als hij tenslotte ook nog licht begint te geven, begint Victoria zichzelf langzaam af te vragen of afscheid nemen toch niet beter is.

De hond die licht gaf is een ode aan alles wat voorbij gaat en toch een beetje blijft.