Hoe ga ik als ouder om met de gevolgen dan dyslexie? - door Adelien Bergman
Mijn dochter zat in de 2e klas van het voortgezet onderwijs. Altijd was zij bezig met school en ze werkte keihard om te zorgen dat zij kon voldoen aan de overgangsnormen. Ondanks dat zij de laatste tijd wat meer zelfvertrouwen had gekregen, was dit vertrouwen kwetsbaar. Het gevoel van falen en niet kunnen voldoen aan de eisen kon zomaar getriggerd worden, bijvoorbeeld door een docent, die niet begreep dat het leesniveau niets zegt over je intelligentie. Of door de hoeveelheid stof, die pas na veel herhalen en extra studietijd, geleerd was, waardoor er weinig tijd overbleef voor leuke dingen.
Dyslexie is meer dan een leerprobleem
Toen ik begon met het schrijven van dit blog schoten mij legio voorbeelden te binnen, die ik zou kunnen gebruiken in mijn inleiding. Ik zie het meisje van net 7 jaar voor me, dat volledig blokkeert op lezen en van stress in de broek plast. Ik zie die tienjarige jongen, die niet kan voldoen aan de eisen van school en een burn-out krijgt. Ik zie een slungelige puber van 14 jaar, die alles vermijdt dat met school te maken heeft, omdat hij het toch niet kan en nooit zal kunnen. Dan is het belangrijk om als ouder en leerkracht te bedenken dat het begeleiden van een kind met een leerstoornis uitdagingen geeft in de opvoeding en begeleiding, waarop je een antwoord moet zien te vinden (en dat is niet gemakkelijk).
Dat dyslexie meer inhoudt dan het hebben van problemen met lezen en schrijven is inmiddels wel bekend. Problemen met het automatiseren van lesstof zoals de tafels en topografie, moeite hebben met formulering en tempo-problemen zijn maar een paar voorbeelden van belemmeringen, die een kind kan ervaren. Deze problemen kunnen echter ook een bron zijn van onzekerheid, frustraties en gevoelens van minderwaardigheid.
Wanneer een kind al vroeg op school ervaart dingen niet te kunnen, die andere kinderen schijnbaar moeiteloos oppakken, zal dit van invloed zijn op de kijk op zichzelf. Juist in de eerste jaren op de basisschool ligt het accent op het lezen en schrijven en zullen kinderen ervaren niet aan de eisen te kunnen voldoen, zich schamen, zich ‘dom’ of ‘lui’ voelen of zelfs zo gezien worden.
Barkruk van zelfvertrouwen
Prinsen (2010) beschrijft wat het gebrek aan zelfvertrouwen betekent in de ‘barkruk van zelfvertrouwen’. De barkruk staat op drie poten en blijft pas staan als alle pijlers even lang zijn. De 1e poot is autonomie: ‘Ik heb invloed op wat er met mij gebeurt’, de 2e is relatie ‘ik heb wat te betekenen’ en de 3e is competentie ‘ik kan wat’. Mensen met dyslexie hebben vaak het gevoel dat ze weinig competent zijn en zullen zichzelf negatief beoordelen. Doordat op de basisschool het vooral draait om taal en spelling, blijft de pijler ‘competentie’ onderontwikkeld. Ook het gevoel zelf invloed te hebben op de eigen ontwikkeling zal minder ontwikkelen.Zo valt de kruk om.
Invloed op gedrag
Hoe een kind omgaat met deze gevoelens van falen, kan verschillen. Bij faalangst zie je drie reacties: vechten, vluchten of bevriezen. Sommige kinderen zullen hun angst om te falen compenseren door keihard te werken. Anderen zullen juist alle inspanning vermijden, omdat het dan ligt aan ‘luiheid’ in plaats van aan het eigen onvermogen of ze gebruiken dyslexie als excuus. Ook kan er tijdens toetsen sprake zijn van een black-out, waardoor het maar niet lukt om het beste uit jezelf te halen.
Opvoeden van een kind met dyslexie
Voor ouders is een belangrijke taak in de opvoeding om een kind te begeleiden bij de sociaal-emotionele kant van dyslexie. Hoe kun je jouw kind zo begeleiden, dat het zijn belemmeringen erkent en accepteert, zijn talenten kan laten groeien en opgroeit tot een evenwichtig mens? ‘De barkruk’ met de drie poten competentie, autonomie en relatie kan dan als ‘kapstok’ helpen:
- Ga in gesprek met je kind. Vraag hoe je kind zich voelt over de dyslexie en vraag naar zijn ervaringen. Ga negatieve ervaringen en gevoelens niet uit de weg. Kijk naar wat het (negatieve) gedrag van je kind je wil vertellen. Waar heeft het behoefte aan?
- Benoem dingen, die goed gaan en leg de nadruk niet alleen op prestatie. Welke talenten zie je en hoe kun je helpen om die te ontwikkelen? Benoem rolmodellen met dyslexie zoals Jamie Oliver of Jacques Vriens.
- Erken, accepteer en relativeer dyslexie en de gevolgen.
- Geef je kind de regie. Bekijk wat je kind zelfstandig kan en probeer manieren te zoeken, die je kind helpen om het zelf te doen.
- Wees de ambassadeur van je kind. Leg uit wie jouw kind met dyslexie is en wat het nodig heeft.
Als ouder heb ik ervaren dat het opvoeden van een kind met een leer- of ontwikkelingsstoornis niet altijd gemakkelijk is. Dat het steeds zoeken is naar hoe je bijvoorbeeld omgaat met stress en faalangst, weerstand tegen school en met onbegrip van de omgeving. Daarbij spelen natuurlijk ook je eigen gevoelens zoals onzekerheid een rol. Dat vraagt een lange adem, maar ik ben er van overtuigd dat dit uiteindelijk waardevol is en je kind helpt bij het ontwikkelen tot een evenwichtig persoon.
Adelien Bergman van Praktijk voor Beter Leren
Wil je graag in gesprek met de schrijfster van dit blog? Meer info over Adelien en haar Praktijk voor Beter Leren vind je hier: praktijk-voor-beter-leren. Daar lees je ook als ze een Webinar geeft over “Weet je eigenlijk wel wat dyslexie met je doet?”.